Ruimte

De provincies hebben belangrijke bevoegdheden op het vlak van ruimtelijke ordening. Ook na de goedkeuring van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen zal dat zo blijven.

De open ruimte versterken

Door steden en dorpskernen te versterken en efficiënt met ruimte om te gaan, kunnen we de open ruimte behouden en tegelijk de vraag naar mobiliteit verkleinen. We willen daarbij ook werken aan de kwaliteit van de ruimte: naast verdichten ook vergroenen, slimme allianties tussen landbouw, natuur, erfgoed en recreatie, meer ruimte voor water, een grotere kwaliteit van de publieke ruimte. Groen wil een evenwichtig ruimtelijke beleid, waarbij “harde” functies als industrie en infrastructuur niet systematisch de bovenhand krijgen op grondgebonden landbouw, natuur, bos en groen. In plaats van voortdurend nieuwe open ruimte aan te snijden voor industrieterreinen kiezen we voor een betere aanwending van de bestaande voorraad, ontwikkeling van brownfields, zuinig ruimtegebruik en een keuze voor bedrijven met hoge toevoegde waarde i.p.v. ruimte verslindende distributie over de weg. We zetten in op kernversterking en pakken de wildgroei aan baanwinkels aan. De provincie neemt een actief sturende en ondersteunende rol op ten aanzien van de lokale besturen als het gaat over het behoud van open ruimte. Er wordt werk gemaakt van een actief grondenbeleid als instrument om de doelstellingen te realiseren.

Bij de opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen wordt een duidelijke visie naar voor geschoven met betrekking tot kernversterking en open ruimte

Afbakening kleinstedelijke gebieden

De provincie heeft de taak de kleinstedelijke gebieden af te bakenen. Zo wordt er bepaald waar er in de eerste plaats ruimte is voor wonen, bedrijvigheid en harde recreatie, en waar open ruimte en landbouw primeren. Een goede afbakening is dus cruciaal voor kernversterking en bescherming van de open ruimte. Ook bij de verdeling van de woonbehoeften over kleinstedelijke gebieden en buitengebieden en het selecteren van hoofddorpen en woonkernen in het buitengebied moet kernversterking centraal staan.

Gebiedsgerichte initiatieven coördineren

De provincie coördineert gebiedsgerichte initiatieven, om complexe projecten, waarin meerdere overheden en beleidssectoren bij betrokken zijn, te laten slagen. Interessant zijn onder andere projecten rond plattelandsontwikkeling, waarbij actief wordt gewerkt aan allianties tussen landbouw, natuur, erfgoed en recreatie. Duurzame plattelandsontwikkeling betekent dat we in het landelijke gebied het bestaande culturele erfgoed willen ontwikkelen en zijn kwaliteit bewaken, natuur en landschap bewaren of ontwikkelen, en het sociale, economische en culturele leven versterken. De mogelijkheid om provinciale beheersovereenkomsten, waarbij het beheer van erfgoedobjecten of archeologische sites, aan plaatselijke landbouwers wordt overgelaten, kan een waardevolle aanvulling zijn op natuurbeheerovereenkomsten, zoals ze nu met de Vlaamse overheid worden afgesloten.

Ruimte voor water

De provincies spelen een belangrijke rol in het integraal waterbeleid, en beheren zelf zo’n 4100 km onbevaarbare waterlopen. De provincies houden zich bezig met de inplanting van wachtbekkens, overstromingsgebieden en retentiezones. Zij verlenen in de vorm van de watertoets advies bij de opmaak van plannen en de uitreiking van vergunningen. Groen wil meer ruimte voor water, en minder verharding. Ruimte geven voor water voorkomt overstromingen, maar verhoogt ook de belevingskwaliteit. Een goed waterbeheer zou eigenlijk bufferbekkens overbodig moeten maken. Waar mogelijk wordt het beheer van oeverstroken en aanpalende percelen aan lokale natuurverenigingen uitbesteed.

Ruimte voor bossen

De provincie maakt werk van een verbinding van de vele versnipperde bosstructuren om op die manier een onafgebroken netwerk van bosgebieden tot stand te brengen over de gemeentegrenzen heen. Een dergelijk netwerk kan bestaande lokale bosgebieden of bossen in eigendom, zoals het Gentbos, te doen uitgroeien tot een volwaardige boskernen, waar naast natuurontwikkeling voor diverse fauna en flora ook plaats kan zijn voor gecontroleerde vormen van natuurbeleving. Om dit te bereiken moet de provincie voldoende arbeidstijd, financiële middelen (bv voor opkopen van gronden) en planningsinstrumenten (bv onteigeningsplannen) kunnen inzetten.

De omgevingsvergunning

De intrede van de omgevingsvergunning hervormt het vergunningenlandschap zeer sterk. Ze vervangt en verenigt de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning. In de meeste gevallen heeft de gemeente de bevoegdheid om omgevingsvergunning af te leveren, maar indien tegen de weigering of aflevering van een omgevingsvergunning in beroep wordt gegaan, heeft de deputatie de finale inhoudelijke bevoegdheid om een vergunning af te leveren of te weigeren. Dit geeft de provincies een grote en beslissende verantwoordelijkheid.

Het  afleveren van omgevingsvergunningen vormt het sluitstuk van het ruimtelijk beleid. Direct of indirect heeft het afleveren van omgevingsvergunningen ook een groot effect op het beleid rond natuur & milieu, economie, water, mobiliteit, onroerend erfgoed en wonen. Voor Groen moeten ruimtelijk principes zoals kernversterking, het vrijwaren van de open ruimte, het behoud van groen en het voorzien van innovatieve woonvormen centraler staan bij het afleveren van vergunningen. Dit door in de omgevingsvergunning meer in te zetten op vergroening. Hierbij zien we volgende uitdagingen:

  • doordacht omspringen met grondwater
  • uitbouw van stapstenen voor de natuur
  • streven naar maximaal transport via water en spoor voor grote bedrijven, zodat er minder zwaar verkeer over de weg moet
  • kernversterking met kwalitatief wonen en behoud van de open ruimte
  • Respect voor historische waarde pand en omgeving
  • een mobiliteitsvisie, waar aandacht is voor de toegenomen actieradius en mogelijkheden van elektrisch fietsen
  • Voor verkavelingen:
    • Publiek toegankelijk (speel)groen voor de buurt (indien gewenst aangevuld met privaat en semi-privaat groen)
    • Doorsteken voor trage weggebruikers
    • Mix van woningtypes voor verschillende grootte van gezinnen
    • Gedeelde mobiliteit
    • Nieuwe verkavelingen zijn fossielvrij: geen gebruik van aardgas of mazout

Naast een eigen verantwoordelijkheid heeft de provincie de taak om gemeenten te (onder)steunen in het vertalen van een duurzame ruimtelijke visie naar een juridisch afdwingbaar kader voor het  vergunningenbeleid.

  • De provincie zoekt samen met de gemeenten hoe bij slechter gelegen bouwgronden de bebouwing zoveel mogelijk kan beperkt worden zonder de bouwrechten te schenden. Hierbij kan geëxperimenteerd worden met een systeem van bouwrechten. Slecht gelegen bouwgronden niet bebouwen kan dan rechten genereren om meer te bouwen in woonkernen.
  • Bij gemeenten waar significante aantallen weigeringen van de gemeente in beroep toch worden goedgekeurd door de provincie, wordt aan de alarmbel getrokken. De provincie helpt de gemeenten om hun ruimtelijk beleid beter te verantwoorden bij vergunningen. Immers, bij méér dan een ruimtelijke procedureslag, blijft een dialoog over het ruimtelijke beleid tussen provincie en lokale besturen de beste oplossing.
  • Gemeenten die te lichtzinnig vergunningen toekennen worden gewezen op hun plicht om aan duurzame ruimtelijke ordening te doen, en de doelstelling om in 2040 tot een volledige betonstop te komen.